Browse Results

Showing 1 through 25 of 1,322 results

Combifuncties: Samenwerken als gewoonte in zorgorganisaties

by

De zorg heeft te maken met een fundamenteel personeelstekort. Een uitdaging waar Combifuncties een bewezen oplossing voor biedt.  Maak gebruik van de kracht van combifuncties voor meer motivatie en werkplezier!In een combifunctie bekleedt een medewerker twee verschillende functies in twee teams, afdelingen of zelfs organisaties. Bijvoorbeeld een leidinggevende die ook patiëntenzorg verleent of een verpleegkundige die ook kwaliteitsmedewerker is.In dit boek laat Jeroen Hendrikse zien hoe je krachtige zorgorganisaties krijgt waarin zowel de patiënt als de medewerker zich gehoord, gezien en gesteund voelt. Hij biedt handvatten om aan de slag te gaan en geeft veel voorbeelden uit de zorgpraktijk.---“De aankomende jaren zal het blijven borgen van toegankelijke zorg onze grootste opgave zijn. Jeroen Hendrikse diept in zijn nieuwe boek een belangrijke oplossing uit: de synergie van combifuncties.”Prof. dr. Maurice van den Bosch, interventieradioloog; voorzitter raad van bestuur, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG); voorzitter, Santeon ---“Dit boek komt precies op tijd! We staan immers op een kruispunt in de zorg. Jeroen Hendrikse brengt vanuit zijn ervaring in de zorg en het leidinggevende kader een verhelderend en inspirerend perspectief op combifuncties. Niet alleen meeslepend en beeldend, maar ook praktisch ingestoken met een goed ontwikkeld stappenplan.”Prof. dr. Jim van Os, hoogleraar psychiatrie; voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht---“Combifuncties maken voor veel professionals de zorg weer de leukste plek om te werken.”Prof. dr. Marieke Schuurmans, hoogleraar verplegingswetenschap; Chief Healthcare Organization, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Diagnostic Infant and Preschool Assessment DIPA handleiding

by Ramon Lindauer

De Diagnostic Infant and Preschool Assessment (DIPA) is een semigestructureerd klinisch interview waarmee de psychopathologie van kinderen in de leeftijd van één tot en met zeven jaar in beeld kan worden gebracht. Met de DIPA kunnen de volgende psychische stoornissen volgens de DSM-5-classificatie worden vastgesteld: posttraumatische-stressstoornis, depressieve stoornis, disruptieve stemmings-disregulatiestoornis, aandachtsdeficientie-/hyperacitiviteitsstoornissen, oppositioneel-opstandige stoornis, normoverschrijdend-gedragsstoornis, separatieangststoornis, specifieke fobie, sociale-angststoornis, gegeneraliseerde-angststoornis, obsessieve-compulsieve stoornis, reactieve hechtingsstoornis, ontremd-sociaalcontactstoornis, en problemen met in- en doorslapen.Met de DIPA  worden de frequentie, intensiteit, duur, start en interferentie van de symptomen vastgesteld. De DIPA is ook uitermate geschikt om behandeleffecten te meten. Het interview wordt afgenomen bij ouders of andere primaire verzorgers door psychologen, orthopedagogen, kinder- en jeugdpsychiaters en andere professionals met ruime klinische ervaring met psychodiagnostiek bij jonge kinderen.  

Doelgestuurd behandelen in de cognitieve gedragstherapie: Een praktische handleiding

by Colin van der Heiden Kees Korrelboom

Dit boek helpt behandelaren in de ggz om doelgestuurd te behandelen en daarmee behandelingen efficiënter te maken. Het beschrijft de achtergrond én de uitvoering in de klinische praktijk. Doelgestuurd behandelen in de cognitieve gedragstherapie laat zien hoe belangrijk het is om aan het begin van de behandeling concrete en haalbare doelen te stellen en daarop te sturen. Dat wil zeggen dat behandelingen worden afgerond zodra de doelen behaald zijn, maar ook als duidelijk wordt dat deze niet haalbaar zijn. Het toepassen van doelgestuurde principes is vooral een attitudeverandering, allereerst bij de behandelaar maar ook bij de patiënt. Na een inleidend hoofdstuk waarin de achtergronden en contouren van doelgestuurd behandelen uit de doeken worden gedaan, wordt in de daarop volgende vier hoofdstukken geschetst hoe elk van de doelgestuurde principes in de praktijk kan worden toegepast. Het boek biedt concrete handvatten om aan de slag te gaan, aan de hand van onderwerpen als verwachtingenmanagement, doelen formuleren, taakverdeling, meten en evalueren en sturen op uitkomsten. De werkwijze wordt geïllustreerd aan de hand van casusbeschrijvingen en gespreksfragmenten. Auteurs zijn Colin van der Heiden en Kees Korrelboom. Colin van der Heiden is klinisch psycholoog en psychotherapeut en supervisor van de VGCt. Hij werkt op zzp-basis voor diverse zorginstellingen en is als onderzoeker in dienst van de Parnassia Groep. Kees Korrelboom is klinisch psycholoog en psychotherapeut en emeritus bijzonder hoogleraar bij het departement Medische en Klinische Psychologie van Tilburg University. 

Groene zorg, groene planeet

by Jurjen J. Luykx Evelyn Brakema Diederik Gommers Juliette Matijssen

Klachten na kanker: Praktisch handboek voor de eerste lijn

by Mariken Stegmann Daan Brandenbarg

Een groeiende groep patiënten geneest na de diagnose kanker. Zij pakken hun levenweer op maar kunnen specifieke klachten houden of krijgen die terug te voeren zijn opde ziekte of behandeling daarvan. De klachten kunnen liggen in het fysieke, psychische,sociale of existentiële domein. Denk bijvoorbeeld aan neuropathie, angst, vragen overwerk, seks en zingeving. Vaak zullen patiënten met deze klachten aankloppen in de eerstelijn en lang niet altijd leggen zij zelf het verband met hun eerdere diagnose.Dit boek behandelt in korte, overzichtelijke hoofdstukken de klachten waarmee patiëntenmet kanker in de voorgeschiedenis zich presenteren. Het biedt huisartsen, praktijkondersteunersen andere zorgverleners in de eerste lijn informatie, casuïstiek en vooralpraktische handvatten om te gebruiken in de zorg voor patiënten met klachten na kanker.Er zijn ook persoonlijke ervaringen van patiënten met kanker in het boek opgenomen diebeschrijven wat een bepaalde klacht voor hen betekent of betekend heeft.Ieder hoofdstuk is geschreven door een duo bestaande uit een expert op het specifiekevakgebied en een huisarts.

Kortdurende exposuretherapie voor jongeren met een specifieke angst: Handleiding voor de therapeut

by Tamara Luijer

Dit behandelprotocol beschrijft hoe kortdurende exposuretherapie kan worden toegepast bij jongeren van 12 tot 18 jaar bij wie een specifieke fobie is vastgesteld.   Exposure wordt gezien als de gouden standaard voor angstbehandeling. Uit verschillende onderzoeken komt echter naar voren dat exposure bij de behandeling van angstklachten nog te weinig of te weinig effectief wordt ingezet.    Kortdurende exposuretherapie voor jongeren met een specifieke angst geeft de therapeut meer inzicht in het belang van exposure, het biedt de nieuwste inzichten op dit gebied, en het geeft concrete handvatten om exposuretherapie zo effectief mogelijk in te zetten.   Dit boek begint met een uitleg over specifieke angststoornissen, het protocol en het werkingsmechanisme van exposure. Vervolgens beschrijft het aandachtspunten en mogelijke moeilijkheden die een therapeut kan tegenkomen bij de uitvoering van exposuretherapie. Ten slotte gaat het in op de zes achtereenvolgende behandelsessies en op de twee oudersessies.   Bij deze uitgave horen voorbeelden van exposureoefeningen, een vragenlijst omtrent veiligheidsgedrag en online werkbladen voor jongeren.

Medisch handboek kindermishandeling

by E.M. van de Putte I.M.B. Russel A. H. Teeuw

Het Medisch handboek kindermishandeling biedt een uniek overzicht van alle vormen van kindermishandeling, variërend van lichamelijke mishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing, tot een nagebootste stoornis. In het boek staat de specifieke rol van de arts centraal, bij het eerste vermoeden van kindermishandeling, het stellen van de diagnose, het spreken met de ouders en het opstellen van een behandelplan.  Steeds opnieuw wordt duidelijk dat artsen in elke fase van dit proces andere disciplines nodig hebben. De auteurs van dit handboek werken in zeer verschillende domeinen en komen vanuit alle benodigde disciplines. Dat maakt dit handboek uniek voor Nederland en een onmisbare bron van kennis voor elke arts. In deze tweede herziene druk zijn de recente veranderingen in de aanpak van kindermishandeling opgenomen, waaronder de vernieuwde Meldcode Kindermishandeling die met een zorgvuldig afwegingskader de professionals ondersteunt in de beslissing om te melden bij Veilig Thuis. Weliswaar veranderen de signalen en symptomen van kindermishandeling niet maar de work-up bij een vermoeden van kindermishandeling is aangescherpt. De term Pediatric Condition Falsification is verlaten en vervangen door ‘kindermishandeling door falsificatie’. In het boek is ook aandacht voor het Nationaal Signaleringsinstrument Kindermishandeling (NSK), dat hét instrument wordt waar medische professionals in een ziekenhuissetting mee werken. Er is intussen ook meer bekend over de ernstige langetermijngevolgen van kindermishandeling. Daar besteden de auteurs aandacht aan, evenals aan de beleidsmaatregelen om kindermishandeling aan te pakken om geweld steeds eerder en sneller te kunnen stoppen en deze bedreigde kinderen een toekomst te geven.Het Medisch handboek kindermishandeling is bestemd voor de huisarts, kinderarts, (kinder)chirurg, (kinder- en jeugd)psychiater, jeugdarts, forensisch arts, verloskundigen en SEH-arts.Op een overzichtelijke wijze is in dit handboek kennis bijeengebracht. Het gaat artsen helpen om kindermishandeling sneller te herkennen en het geeft praktische adviezen hoe verder te handelen. Dit boek draagt bij aan de veiligheid en het welzijn van kinderen en gaat alle artsen aan. Károly Illy, kinderarts, directeur Longfonds Het Medisch Handboek kindermishandeling ligt altijd op mijn bureau. Voorzien van bookmarkers om snel de relevante teksten nog eens na te kunnen lezen. Het is onmisbaar voor mijn werk als opleider en vertrouwensarts bij Veilig Thuis. Elise Buiting, arts Maatschappij & Gezondheid, vertrouwensarts Veilig Thuis Oost Brabant  

Praktijkboek slapeloosheid in de ggz

by Inge M. Ensing

Dit boek geeft ggz-professionals inzicht in de samenhang tussen psychische klachten en langdurige slapeloosheid. Daarnaast helpt het hen om slapeloosheid bij cliënten vast te stellen en te behandelen.Praktijkboek slapeloosheid in de ggz biedt kennis over langdurige slapeloosheid en hoe deze meest voorkomende slaapstoornis in relatie staat tot psychische klachten, lichamelijke problemen en het gebruik van middelen en medicatie. Ook biedt het boek een overzicht van andere veelvoorkomende slaap-waakstoornissen. Casuïstiek en illustraties verhelderen de vicieuze cirkel van denken, voelen en doen die slapeloosheid in stand houdt. Alle manieren om deze dynamiek te doorbreken komen aan bod: van cognitieve gedragstherapie en medicatie tot aanvullende psychologische therapieën. Daarnaast geeft het boek adviezen om tot het meest passende behandelplan te komen. Tot slot bevat het aanbevelingen voor een op maat gesneden aanpak voor specifieke cliëntengroepen, zoals mensen met een depressie of ptss.Inge Ensing is gezondheidszorgpsycholoog, gedragstherapeut VGCt© en somnoloog. Zij heeft ervaring met verschillende populaties binnen de ggz en is geschoold in emdr en ACT. Sinds 2018 is zij werkzaam bij het Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie van GGZ Drenthe. Daar onderzoekt en behandelt ze met een multidisciplinair team cliënten met slaap-waakstoornissen. Inge geeft regelmatig cursussen en workshops over dit onderwerp. 

Psycho-educatie over ADHD aan kinderen, jongeren en hun omgeving: Handleiding bij Mijn ID van ADHD (Kind en adolescent praktijkreeks)

by Marleen Derkman Sascha Roos Emilie van Tetering

In deze handleiding wordt een protocol voor psycho-educatie over ADHD gericht op kinderen en jongeren, hun ouders en school theoretisch onderbouwd en praktisch uitgelegd. Hiermee kunt u als behandelaar kinderen, jongeren en hun omgeving op gestandaardiseerde wijze uitleg geven over ADHD, zodat er aan het einde van de psycho-educatie sprake is van een beter idee (ID) van ADHD.Dit protocol voorziet in de behoefte om in Nederland op meer eenduidige en wetenschappelijk onderbouwde wijze psycho-educatie over ADHD te kunnen geven. Daarmee kan dit protocol dienen als uitgangspunt bij de noodzakelijke eerste stap in de behandeling van ADHD. Naast een theoretische inleiding op ADHD, bevat de handleiding een uitgebreide en concrete uitwerking van de psycho-educatie gericht op kinderen/jongeren, hun ouders en   onderwijsprofessionals. Hiermee heeft de behandelaar een compleet en op elkaar afgestemd psycho-educatieprogramma in handen.Het bijbehorende werkboek ‘Mijn ID van ADHD’ is geschreven voor kinderen (8 t/m 12 jaar) en jongeren (13 tot 18 jaar) met ADHD. Hierdoor kan de behandelaar de psycho-educatie op maat en herhaaldelijk aanbieden.

Schematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen: Behandeling van afhankelijke, vermijdende en dwangmatige cliënten

by Remco van der Wijngaart Hannie van Genderen

Dit boek helpt therapeuten om schematherapie toe te passen bij cliënten met afhankelijke, vermijdende of dwangmatige persoonlijkheidsstoornissen, ook wel cluster C-persoonlijkheidsstoornissen genoemd. Schematherapie is een zeer effectieve behandelmethode voor cluster C-stoornissen. De meeste literatuur en trainingen op het gebied van schematherapie richten zich echter op de behandeling van de borderline persoonlijkheidsstoornis of andere vormen van externaliserende problematiek. Dit boek laat zien hoe schematherapie effectief toepasbaar is bij internaliserende persoonlijkheidsproblematiek. Schematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen - Behandeling van afhankelijke, vermijdende en dwangmatige cliënten beschrijft hoe cluster C-stoornissen begrepen kunnen worden in termen van basisbehoeften, schema’s en modi. Daarnaast wordt ook beschreven hoe limited reparenting op een andere manier vormgegeven wordt in deze behandeling dan bij meer externaliserende problematiek. Ten slotte worden specifieke knelpunten, varianten en toepassingen van methoden en technieken beschreven die nog niet terug te vinden zijn in andere literatuur over schematherapie. Het boek begint met een beschrijving van onder meer geschiedenis en onderzoek. Daarna gaat het in op casusconceptualisatie en de stap van conceptualisatie naar behandeling. Vervolgens behandelt het de verschillende persoonlijkheidsstoornissen waarbij steeds beschreven wordt hoe methoden en technieken anders toegepast worden in de verschillende behandelfasen. Ten slotte gaat het in op methoden om de gezonde volwassene te versterken en de therapieresultaten in de toekomst te behouden. Het boek bevat veel aansprekende casuïstiek. De auteurs zijn psychotherapeut en gz-psycholoog Remco van der Wijngaart, en klinisch psycholoog Hannie van Genderen.  

Screeningsinstrument voor Dysfagie bij mensen met een Verstandelijke beperking (SD-VB): Handleiding

by Marloes Schüller-Korevaar Susanna van der Woude Johanna Hovenkamp-Hermelink Alain Dekker

Dit screeningsinstrument helpt om een verhoogd risico op voedings- en slikproblemen (dysfagie) op te sporen bij mensen met een verstandelijke beperking. Het maakt daarvoor niet uit wat de oorzaak is van de beperking, of wat het niveau van de cliënten is. Met behulp van het screeningsinstrument voor dysfagie bij mensen met een verstandelijke beperking (SD-VB) wordt ondersignalering van dysfagie bij mensen met een verstandelijke beperking voorkomen. Een verhoogd risico op dysfagie wordt tijdig in kaart gebracht waardoor adequaat diagnostiek en behandelbeleid kan worden ingezet. Dit leidt tot verlaging van risico’s en verbetering van de kwaliteit van leven.Deze handleiding bevat naast de verantwoording van de ontwikkeling en gebruikersinstructies (afname, scoring, interpretatie) ook een beschrijving van het cyclische dysfagiewerkproces waarin het SD-VB idealiter wordt ingezet. Dit proces, beginnend bij het moment van screenen op verhoogd dysfagierisico tot enmet het uitvoeren en evalueren van het logopedisch behandelbeleid, is onmisbaar voor goede dysfagiescreening, -diagnostiek en -behandeling in de praktijk.Het SD-VB bestaat uit 29 ja/nee-vragen over eet- en drinkgedrag. Zorgverleners kunnen dit gemiddeld in vier minuten invullen. Ze hebben hiervoor geen cursus nodig. De interpretatie van de scores is voorbehouden aan logopedisten.Marloes Schüller-Korevaar en Susanna van der Woude zijn beiden logopedist-onderzoeker, Ans Hovenkamp-Hermelink is senior onderzoeker. Zij zijn werkzaam bij de afdeling Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek van Alliade, net als Alain Dekker die hoofd van deze afdeling is.

Slapeloosheid in de huisartsenpraktijk: Praktische handleiding

by Merijn van de Laar Ingrid Verbeek

Dit boek helpt huisartsen en praktijkondersteuners bij de niet-medicamenteuze behandeling van slapeloosheid. Het beschrijft concrete stappen voor gedragsmatige behandeling, en illustreert deze met veel casuïstiek. Slapeloosheid is een veel voorkomende klacht in de huisartsenpraktijk. Vaak gaat slapeloosheid gepaard met klachten overdag en een verminderd functioneren. De NHG richtlijn geeft aan dat de behandeling van slapeloosheid bij voorkeur gedragsmatig is. De uitvoering in de praktijk blijkt lastig omdat de precieze stappen van deze behandeling en hoe je deze het beste kunt uitvoeren niet beschreven zijn.   Slapeloosheid in de huisartsenpraktijk beschrijft verschillende sessies uit een behandeling van slapeloosheid. Deze sessies volgen de stappen van de gouden standaardbehandeling. Dat zijn allereerst het geven van uitleg over slaap, en de gedragsmatige behandeling aan de hand van slaaprestrictie en stimuluscontrole. Het boek beschrijft ook de optionele toevoegingen van cognitieve interventies en ontspanningstraining. Daarnaast besteedt het aandacht aan medicatie-afbouw. Ten slotte beschrijft het de behandeling voor specifieke groepen. Daarbij komen onder andere kinderen, ouderen en mensen met medische en psychische aandoeningen aan bod.   Merijn van de Laar is gepromoveerd slaapwetenschapper en eigenaar van Zorg voor slaap. Hij is adjunct-hoofd aan de huisartsopleiding van de Universiteit van Maastricht, waar hij onder andere lesgeeft over diagnostiek en behandeling van slaapproblemen   Ingrid Verbeek is gepromoveerd somnoloog, slaaptherapeut en lid van het multidisciplinaire team van het Centrum voor slaapgeneeskunde bij Kempenhaeghe.  

Arbeid & gezondheid: De Vlaamse arbeidsmarktcontext

by Greet Steyaert Rebecca Peel Yvonne Heerkens

Dit boek geeft antwoord op de vraag hoe je integratie, inclusieve arbeid, duurzame inzetbaarheid en re-integratie bevordert. Werk is belangrijk voor mensen; werk draagt bij aan zelfstandigheid, zelfrespect en ontplooiing. En met de toenemende vergrijzing en flexibilisering van de arbeidsmarkt is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie een steeds grotere uitdaging. Hoe pak je dat aan? Deze eerste editie van Arbeid & Gezondheid – De Vlaamse arbeidsmarktcontext is er gekomen omdat er nood is aan een boek dat geënt is op de Vlaamse arbeidsmarkt. Het boek is gebaseerd op het Handboek Arbeid & Gezondheid en werd specifiek aangepast aan de Vlaamse context. Er is tevens aandacht voor de verschillende perspectieven van waaruit je naar arbeidsparticipatie kunt kijken, de grote variëteit aan professionals die in de verschillende contexten van arbeid werkzaam zijn en de wijze waarop zij samenwerken. In het traject van het aan het werk krijgen (inclusie/integratie), aan het werk houden en het weer terugbrengen naar het werk (re-integratie) spelen – naast de werkende zelf - veel professionals een rol, waaronder paramedici, arbeidsdeskundigen, arbeidsbemiddelaars, jobcoaches, en arbeids -en organisatiepsychologen. Ook andere arbeidsprofessionals zijn betrokken, zoals de arbeidsarts  en raadgevende arts verzekeraar, medewerker hr-afdeling en preventieadviseur. Arbeid & Gezondheid – De Vlaamse arbeidsmarktcontext is bedoeld voor iedereen in opleiding tot beroepen gericht op het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie. En ook voor alle professionals die  werken in het mooie maar complexe veld arbeid en gezondheid is dit boek een nuttige bron van informatie. Ze vormen samen de doelgroep van dit boek. Onder redactie van: Rebecca Peel en Greet Steyaert. Coördinatie en redactionele afstemming met het Handboek Arbeid & Gezondheid: Yvonne Heerkens. Met medewerking van: Stijn de Baets, Lode Godderis, Dominique van de Velde, Miet Vanhegen, Sarah Vansteenkiste.

Behandeling van langdurige slapeloosheid: Handleiding voor therapeuten (Protocollen voor de ggz)

by Ingrid Verbeek Merijn van de Laar

Dit boek biedt een bewezen effectieve behandelmethode voor de behandeling in de ggz van cliënten met langdurige slapeloosheid. Slapeloosheid wordt hierbij niet alleen als symptoom gezien van bijvoorbeeld een onderliggende depressie of angststoornis, maar ook als een apart probleem dat behandeling verdient. Behandeling van langdurige slapeloosheid is een op CGT-i (cognitieve gedragstherapie bij insomnie) gebaseerd behandelprotocol. CGT-i geeft goede behandelresultaten op het gebied van slaap, stemming en kwaliteit van leven. Deze therapie kan gecombineerd worden met gedragstherapie voor een depressie of angststoornis. De behandeling kan zowel individueel als in groepen plaatsvinden. Deze 3e editie van dit veelgebruikte behandelprotocol Behandeling van langdurige slapeloosheid is volledig geactualiseerd. In deze herziene druk wordt verwezen naar de classificatiecriteria van de DSM-5 en de derde editie van de International Classification of Sleep Disorders (ICSD-3). Er is informatie toegevoegd over de functie van de slaap, over stress en slaap, speciale doelgroepen (kinderen, ouderen, vrouwen, laaggeletterden) en CGT-i bij comorbide medische en psychologische problematiek. Verder is de diagnostiek uitgebreid met ‘rode vlaggen’ en valkuilen voor de behandelaar. De behandeling wordt per sessie beschreven. Daarbij wordt de praktijk geïllustreerd aan de hand van videofragmenten. Behandeling van langdurige slapeloosheid is onderdeel van de reeks Protocollen voor de ggz. Elk deel geeft een sessiegewijze omschrijving van de behandeling van een specifieke psychische aandoening weer. De theorie is beknopt en berust op wetenschappelijke evidentie. Protocollen voor de ggz is bedoeld voor psychologen, psychotherapeuten, psychiaters en andere hulpverleners.

Behandeling van problematische gehechtheid: Met aandacht voor het brein

by Anniek Thoomes-Vreugdenhil Kees Vreugdenhil Krista Schaeffer-van Leeuwen

In dit boek worden drie methoden beschreven voor de behandeling van gehechtheidsproblemen. Deze methoden zijn ontwikkeld voor kinderen, jongeren en volwassenen en hebben in de klinische praktijk al jarenlang hun succes bewezen. In deze geheel herziene versie wordt veel aandacht besteed aan de huidige kennis over de ontwikkeling van het brein. De behandelmethoden worden beschreven en daarbij wordt uitgelegd welke processen in het brein worden beïnvloed als er sprake is van onveilige gehechtheid en trauma. Ook als er psychotherapie wordt aangeboden gebeurt er veel in het brein en blijkt het mogelijk te zijn veranderingen teweeg te brengen op breinniveau.  Het eerste deel van Behandeling van problematische gehechtheid. Met aandacht voor het brein gaat zowel in op de gehechtheidstheorie als ook op de ontwikkeling van het brein, om daarmee een onderbouwing te geven van de drie behandelmethoden voor problematische gehechtheid: Differentiatietherapie, Fasetherapie en Basistherapie. In het tweede deel worden deze behandelmethoden uitgebreid beschreven en steeds geïllustreerd aan de hand van een casus; Het boek sluit af met een hoofdstuk over de opleidingen voor het werken met deze behandelmethoden.  Behandeling van problematische gehechtheid. Met aandacht voor het brein is een geheel herziene uitgave van het eerder verschenen boek van dr. A. Thoomes-Vreugdenhil (Bohn Stafleu van Loghum, 2016). Er is geen hoofdstuk hetzelfde gebleven; niet alleen is recente literatuur toegevoegd, ook zijn er nieuwe hoofdstukken en paragrafen bijgevoegd. Aan deze uitgave hebben ook andere auteurs een bijdrage geleverd: dr. C. Vreugdenhil en drs. K. Schaeffer- van Leeuwen.   Dit boek is bestemd voor psychotherapeuten, psychologen, psychiaters en pedagogen, maar is ook uitermate nuttig voor alle andere hulpverleners binnen de jeugdhulp en gezondheidszorg.

COMET voor negatief zelfbeeld: Handleiding voor therapeuten (Protocollen voor de ggz)

by Kees Korrelboom

Dit boek is een handleiding voor COMET, een kortdurende bewezen effectieve behandelmethode voor zelfbeeldproblematiek. COMET voor negatief zelfbeeld is gebaseerd op de principes en uitgangspunten van Competitive Memory Training (COMET). De methode geeft goede behandelresultaten op verschillende probleemgebieden, waaronder negatief zelfbeeld. COMET kan gecombineerd worden met cognitieve gedragstherapie voor diverse andere problemen, zoals stemmingsproblemen, psychose, autisme, eetstoornissen, persoonlijkheidsproblematiek, of een angststoornis.Deze 2e editie van dit veelgebruikte behandelprotocol COMET voor negatief zelfbeeld is volledig geactualiseerd. In deze nieuwe editie ligt de focus op de toepassing in de individuele therapie, daarnaast kan het ook voor behandeling in groepen gebruikt worden. De behandeling wordt stap voor stap beschreven. Daarbij wordt de praktijk uitvoerig geïllustreerd aan de hand van casuïstiek en videofragmenten van therapiesessies. Het behandelprotocol COMET voor negatief zelfbeeld bestaat uit een handleiding voor de therapeut en een werkboek voor de cliënt: Verbeter uw zelfbeeld in 7 stappen.COMET voor negatief zelfbeeld is onderdeel van de reeks Protocollen voor de ggz. Elk deel geeft een stapsgewijze omschrijving van de behandeling van een specifieke psychische aandoening weer. De theorie is beknopt en berust op wetenschappelijke evidentie. Protocollen voor de ggz is bedoeld voor psychologen, psychotherapeuten, psychiaters en andere hulpverleners.

De dokter en het beeld: Radiologische beeldvorming in de zorg

by Mario Maas Charlotte Nusman Frank Smithuis Roel Bennink

Radiologische beelden worden gemaakt bij nagenoeg elke patiënt die in contact komt met de hedendaagse zorg.De beelden zijn overal te bekijken, maar kun je er ook echt iets in zien? Heb je tijdens je studie geleerd te zien wat er (on)zichtbaar afwijkend is? Dat is het domein van de radioloog. De analogie met een rondwandeling door een willekeurig museum ligt voor de hand: je kan veel rondkijken, met een gids of een audiotour in de hand kun je daadwerkelijk meer zien.                De dokter en het beeld geeft aan de hand van voorbeelden uit de praktijk inzicht in de rol van radiologische beeldvorming in de zorg. Veelvoorkomende ziektebeelden van de diverse deelgebieden binnen de radiologie worden beschouwd vanuit drie perspectieven: de verwijzer, de radioloog en de patiënt. Deze uniforme doch multidimensionale methodiek geeft de lezer op overzichtelijke wijze inzicht in de rol van beeldvorming in de zorg. 

Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid: Praktijkboek beroepsethiek en morele oordeelsvorming

by André Weel Ruud Meij Kevin De Decker

Dit praktijkboek maakt de bedrijfs- en verzekeringsartsen wegwijs in de beroepsethiek van hun eigen vak. Hoe komen zij tot een moreel juist oordeel? Op welke sociomedische morele beginselen steunt een ethiek voor artsen voor arbeid en gezondheid? Bovenal: hoe te komen tot een moreel juist oordeel in lastige praktijkvragen waar wet, wetenschap en geweten met elkaar in de clinch liggen? Voor dergelijke vragen is een gefundeerde methode beschikbaar: Morele Oordeelsvorming. Het boek is een grondige kennismaking met deze methode. Het geeft antwoord op de vraag ‘Wanneer is een handeling moreel juist?’ en ‘Hoe met collega’s tot een moreel juiste beslissing te komen?’ Zestien knellende praktijksituaties, waar rechten, belangen en wensen van cliënten, werkgevers en anderen met elkaar botsen, illustreren de methode Morele Oordeelsvorming in de praktijk. Met een blik op de morele geschiedenis van de sociale geneeskunde, een overzicht van sociomedische beginselen en verdiepende reflectievragen, is het boek waardevol en bruikbaar voor de beroepsopleiding en de nascholing. Het is vooral nuttig voor intercollegiale toetsingsgroepen. Het is een uitstekende basis voor de verdere ontwikkeling van een beroepsethiek, waardoor artsen voor arbeid en gezondheid ook in de toekomst hoeder kunnen zijn van sociale rechtvaardigheid op het gebied van participatie en gezondheid. Dr. André Weel, vele jaren werkzaam geweest als bedrijfsarts, onderzoeker en opleider, was eerder auteur van Praktijkdilemma’s voor bedrijfs- en verzekeringsartsen (2005), een voorloper van dit boek. Kevin De Decker, verzekeringsarts, is werkzaam als landelijk adviseur verzekeringsartsen bij UWV, en voorzitter van de NVVG. Ruud Meij, filosoof, was tot zijn pensioen werkzaam aan de Universiteit voor Humanistiek en is partner in Governance & Integrity en directeur van de Foundation for Justice, Integrity and Anti Corruption.            

Handboek POH-GGZ: Leidraad voor behandeling van psychische klachten in de huisartsenpraktijk

by Liesbeth Mok

Dit boek biedt een leidraad voor de dagelijkse werkzaamheden van de POH-GGZ. Deze herziene versie van het Handboek POH-GGZ is geactualiseerd, verdiept en uitgebreid. Het biedt een overzicht van de belangrijke thema’s en patiëntgroepen die de generalistische POH-GGZ ziet. Zo is er aandacht voor aanpassingsklachten, angst- en stemmingsklachten, overspanning/burn-out en chronisch psychiatrische problematiek. Modellen uit het methodisch referentiekader, zoals cognitieve gedragstherapie, positieve psychologie en het KOP-model worden beschreven, evenals de voorwaarden waaraan correcte dossiervoering dient te voldoen. Naast extra aandacht voor jeugd en jongeren is er een nieuw hoofdstuk over ouderen. Nieuw zijn ook o.a. ALK, geboortezorg, schematherapie en gender- en seksespecifieke zorg. Ook is er aandacht voor niet-patiëntgebonden taken zoals die noodzakelijk zijn voor positionering en deskundigheidsbevordering. Het boek nodigt uit tot reflectie over inhoud van de werkzaamheden en inspireert tot nascholing. Met de praktische handreikingen kan de POH-GGZ volwaardige psychologische zorg in de huisartsenpraktijk bieden. Deze uitgave is bedoeld voor de professional die werkzaam is als POH-GGZ of hiermee samenwerkt, zoals de huisarts, psychosomatisch fysiotherapeut, POH, wijkverpleegkundige, apotheker-farmacotherapeut, psycholoog, psychiater en de beroepskrachten uit het wijkteam. De auteurs werken als POH-GGZ en huisarts. Zij ervaren zelf het belang van samenwerking om goede patiëntenzorg te bieden. Daarnaast zijn er bijdragen geleverd door deskundigen met specifieke kennis die van belang zijn voor huisartsenzorg.

IGT-K Integratieve gehechtheidsbevorderende traumabehandeling voor kinderen: Gezinstherapie en EMDR

by Nathalie Schlattmann Mara van der Hoeven Irma Hein

Dit boek biedt de handleiding voor therapeuten die de IGT-K behandeling geven (www.igtk.nl). Het bevat een algemene inleiding in het behandelmodel, de theoretische achtergrond, en het behandelprotocol voor de beide therapeuten die samenwerken in deze behandeling: de EMDR-practitioner en de gezinstherapeut. Kinderen die nare gebeurtenissen hebben meegemaakt binnen de gehechtheidsrelatie met hun ouders, hebben intense pijn, angst en wantrouwen ervaren. Dit kan bijvoorbeeld door mishandeling, verwaarlozing, medische ingrepen of uithuisplaatsingen vanaf jonge leeftijd. Deze gevoelens uiten zich vaak in ‘lastig’ gedrag zoals agressie of extreme geslotenheid, zelfs nadat de opvoedomgeving is veranderd door adoptie, pleeggezinplaatsing, een andere jeugdbeschermingsmaatregel of het oplossen van de problemen in het gezin. IGT-K is een intensieve behandeling voor kinderen van 6 tot 16 jaar die last hebben van problemen op het gebied van gehechtheid, trauma, gedrag en emotieregulatie, bij wie een eerste keus traumabehandeling niet lukt. De kinderen kunnen te vermijdend zijn of te snel ontregelen. Bij IGT-K werken een EMDR-therapeut en een gezinstherapeut nauw samen, om de traumaverwerking mogelijk te maken door middel van voorbereidende technieken die gehechtheid en zelfregulatie bevorderen. Het gezin en het kind leren begrijpen op welke manier de huidige klachten gerelateerd zijn aan de gebeurtenissen in het verleden, en de relatie tussen het kind en de (pleeg-)ouder verbetert waarna de ouder het kind beter kan ondersteunen in de traumaverwerkingsfase. IGT-K wordt onderzocht en de eerste resultaten zijn veelbelovend. IGT-K is gebaseerd op het boek boek Integrative Team Treatment for Attachment Trauma in Children, geschreven door Debra Wesselmann, Cathy Schweitzer and Stefanie Armstrong  (Norton: New York, 2014). De Nederlandse bewerking is verzorgd door Nathalie Schlattmann, klinisch psycholoog, EMDR- en TF-CBT supervisor, Mara van der Hoeven, orthopedagoog en onderzoeker, en Irma Hein, kinderpsychiater, traumatherapeut en senior onderzoeker. Zij zijn alle drie verbonden aan Levvel, specialisten voor jeugd en gezin, te Amsterdam. Zij bewerkten ook het boek Integratief Opvoeden, Strategieën voor de opvoeding van kinderen met gehechtheidstrauma, dat gebruikt wordt in de gezinsbehandeling van IGT-K.

Leefstijlgeneeskunde in de praktijk: Praktische handleiding voor de zorgprofessional

by Marjolein Streur-Kranenburg

Dit boek helpt zorgprofessionals om leefstijlgeneeskunde toe te passen in hun eigen praktijk. Leefstijlgeneeskunde past in elke fase van de gezondheidszorg, van preventie van chronische ziektes tot onderdeel van de behandeling. Dit boek richt zich dan ook op alle zorgprofessionals: van medisch specialisten, huisartsen en praktijkondersteuners, tot paramedici, verpleegkundigen en leefstijlcoaches. Zo biedt het een startpunt om leefstijlgeneeskunde zorgbreed in te zetten.Leefstijlgeneeskunde in de praktijk behandelt alles wat nodig is om patiënten, cliënten of coachees te begeleiden naar een gezonde leefstijl. In de eerste plaats is dat kennis over de verschillende leefstijlfactoren. Want wat is gezonde voeding? Wat is voldoende beweging, hoe zit het met slaap en hoe past zingeving in het hele verhaal? Daarna komen gedragsverandering en gesprekstechnieken aan bod. Om mensen te laten veranderen, is er immers meer nodig dan kennis alleen. Het boek bevat casuïstiek, praktische tools en interviews met zorgverleners. Verschillende pioniers vertellen hoe zij leefstijlgeneeskunde toepassen in de eigen setting en hoe zij al deel uitmaken van de nieuwe beweging: van ziekenzorg naar gezondheidszorg.

Metacognitieve therapie voor jongeren met een piekerstoornis: Stop de piekertrein (Kind en adolescent praktijkreeks)

by Tamara Luijer Sophie Francken

In dit boek wordt uitgelegd op welke manier metacognitieve therapie (MCT) kan worden toegepast bij  jongeren (12-18 jaar) waarbij een gegeneraliseerde angststoornis (GAS) is vastgesteld. Diverse recente onderzoeken tonen aan dat MCT effectiever lijkt te zijn dan cognitieve gedragstherapie (CGT) wanneer sprake is van een GAS, zowel bij volwassenen als bij kinderen/jongeren. Binnen MCT ligt de focus van de behandeling op het piekerproces in plaats van op de inhoud van de gedachten. Zowel binnen de MCT als in deze therapeutenhandleiding wordt veel gebruik gemaakt van metaforen en verschillende actieve werkvormen, waaronder gedragsexperimenten. Daarnaast is er binnen de (twee) oudersessies aandacht voor de rol van de opvoeder(s). Het doel van de behandeling is dat de jongere meer grip krijgt op zijn/haar eigen denkproces, waardoor de piekerproblemen afnemen en deze de ontwikkeling niet (verder) verstoren. Jongeren werken tijdens de behandeling met het bijbehorende werkboek Stop de piekertrein. Metacognitieve therapie voor jongeren met een piekerstoornis  is geschreven door Tamara Luijer en Sophie Francken. Tamara Luijer is orthopedagoog-generalist, cognitief gedragstherapeut (i.o.) en metacognitief therapeut (i.o.). Sophie is psycholoog en cognitief gedragstherapeut (i.o.). Tamara en Sophie werken samen in de kinder- en jeugdpsychiatrie waar ze veel jongeren met internaliserende problematiek behandelen.  

Ouderengeneeskunde in de eerste lijn

by J.W.M. Muris J.M.G.A. Schols J. Collet D.J.A. Janssen

We leven steeds langer – langer in gezondheid, maar ook langer met chronische ziekten en beperkingen.  Het huidige beleid is erop gericht dat ouderen zolang mogelijk in hun eigen woonomgeving kunnen blijven wonen, ook als zij kwetsbaar worden. Dit geeft het belang aan van goede eerstelijnsgeneeskunde die voldoende is uitgerust om ouderen zonder en met matige tot ernstige ziektelast goed te behandelen en te begeleiden. Ouderengeneeskunde in de eerste lijn bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden overkoepelende onderwerpen behandeld: de visie op ouderen vanuit de maatschappij, de huisartspraktijk en het zorgmanagement, de wet- en regelgeving en de vroeg-signalering en screening. In het tweede deel, over klachten en ziektebeelden, wordt een overzicht gegeven van de klachten die ouderen kunnen hebben, zoals functieverlies, chronische pijn, acute verwardheid, gedragsproblemen en chronische dyspnoe. Geheel nieuwe hoofdstukken zijn die over de oudere met een verstandelijke beperking en over de veerkrachtige oudere in het licht van Positieve Gezondheid. Het boek richt zich op huisartsen en praktijkondersteuners die zich bezighouden met ouderenzorg. Ook specialisten ouderengeneeskunde en verpleegkundig specialisten zullen in deze editie veel bruikbare informatie vinden. Het boek helpt de lezer zich te spiegelen aan de behandelde casuïstiek en praktische aanwijzingen. De redactie bestaat uit een huisarts en drie specialisten ouderengeneeskunde, die ook werkzaam zijn in het onderwijs en de wetenschap. De hoofdstukken zijn geschreven door huisartsen, medisch specialisten, verpleeghuisartsen en anderen met een specifieke specialisatie.   

Reumatische gewrichtsaandoeningen: In de praktijk van fysiotherapeuten, orthopeden en reumatologen (Orthopedische casuïstiek)

by Koos Van Nugteren

Gewrichtspijn kan allerlei oorzaken hebben. In veel gevallen is er sprake van een orthopedische probleem. Soms echter ontstaat er spontaan gewrichtspijn en blijkt pas na vele onderzoeken en behandelingen dat de patiënt een reumatische aandoening heeft. Dit kan voor de orthopedisch georiënteerde (para)medicus verraderlijke valkuilen opleveren en niet zelden wordt de juiste diagnose pas laat ontdekt. Het is dan ook van belang als (para)medicus om enige kennis te hebben van reumatische aandoeningen zodat bij verdenking hiervan de patiënt snel doorgestuurd kan worden naar de reumatoloog. In deze uitgave van ‘Orthopedische Casuïstiek’ worden relatief veelvoorkomende gewrichtsaandoeningen behandeld met een reumatische oorzaak. Aan bod komen onder andere: jeugdreuma, reumatoïde artritis, axiale en perifere spondyloartritis, bacteriële artritis, ziekte van Lyme, spondylodiscitis, polymyalgia reumatica,  jicht, chondrocalcinose, primaire artrose, en spondylitis ankylopoetica. Zoals gebruikelijk in de boekenreeks van Orthopedische Casuïstiek wordt ieder onderwerp besproken aan de hand van patiëntencasuïstiek uit de dagelijkse praktijk. De tekst is rijk geïllustreerd met educatieve tekeningen en foto’s. Het boek is in het bijzonder bestemd voor fysiotherapeuten, kinesitherapeuten, artsen en orthopeden.

Seksuele problemen: Diagnostiek en behandeling

by Peter Leusink Gertruud Borst Yvonne Merkies

Dit boek is een praktische handleiding bij het diagnosticeren en behandelen van seksuele problemen. De probleemgerichte en uniforme hoofdstukopbouw geeft houvast aan allen die in de klinische praktijk werken met mensen met seksuele problematiek. Stapsgewijs wordt onderscheiden welke interventies bij welke klacht passend zijn. Het boek biedt de seksuologische hulpverlener een praktisch naslagwerk in aanvulling op bekend veronderstelde kennis die zoveel mogelijk is geactualiseerd. Voor de niet-seksuologische professional biedt het boek een compact overzicht van noodzakelijke kennis om te kunnen diagnosticeren en vormt het een basis voor eenvoudige interventies en voor het adequaat verwijzen naar de seksuologische hulpverlening. Het boek is een herziening van het in 2010 gepubliceerde boek Seksuele disfuncties. Diagnostiek en behandeling. De hoofdstukken over seksuele disfuncties zijn geactualiseerd en drie hoofdstukken zijn toegevoegd: Hyperseksualiteit, Parafilie en Genderdysforie. De toegenomen inzichten in definitie, concept, diagnostiek en behandeling van deze problematiek, en de behoefte vanuit de klinische praktijk om meer houvast en eenduidigheid, zette ons tot deze uitbreiding aan. Tevens zijn vignetten aan elk hoofdstuk toegevoegd om de klinische toepassing te illustreren. Naast de tekst bevat elk hoofdstuk een beslismatrix waarin de te volgen strategieën in diagnostiek en behandeling beknopt worden weergegeven. De matrix duidt aan welke interventies bruikbaar zijn, mede afhankelijk van de complexiteit van het probleem en van de competenties waarover de clinicus beschikt. Diverse interventies zijn online beschikbaar. Redactie Dr. P. (Peter) Leusink, huisarts, seksuoloog NVVS, supervisor NVVS, docent, werkzaam bij de Seksuele Zaak, Utrecht Drs. G. (Gertruud) Borst, GZ-psycholoog/psychotherapeut, seksuoloog NVVS, systeemtherapeut NVRG, supervisor NVVS en NVRG, docent, werkzaam bij GGZ PsyQ Beverwijk Drs. Y. (Yvonne) Merkies, klinisch psycholoog/psychotherapeut, supervisor EMDR en VGCt, docent, manager behandelzaken bij Sinai Centrum

Refine Search

Showing 1 through 25 of 1,322 results